Wie dacht dat ik dood was, een grote aap mijn vingers had afgerukt en mijn gezicht opgegeten is mis. Ik ben gisterenavond hier in Jakarta aangekomen en geniet momenteel van het geweldige huis van Ben Polly, een mede-couchsurfer die zelf op dit moment ergens aan het lesgeven is. Het is nu nog vroeg (8.20u) en ik ben al een uur aan’t werken. Tijd voor een pauze.

De laatste dag in Semporna heb ik ook gewerkt, niet gedoken omdat je de dag voor dat je een vliegtuig neemt niet mag duiken. In een impulsieve bui heb ik later die dag (dan toch) beslist om niet te vliegen, maar nog een beetje langer in Borneo te blijven en naar Sepilok te gaan. Sepilok is vooral bekend om het Oerang Oetang rehabilitatiecentrum dat daar gevestigd is. Naar verluid, het grootste van de wereld. Die apen komen alleen voor in Borneo en Sumatra en volgens velen was het de moeite om dit eens gaan te bekijken. Maar eerst even rewinden naar Semporna. De avonden bracht ik daar meestal door in de bar van de duikwinkel. Je kon daar ook heel lekker eten en de mensen van de shop waren zich daar meestal ook aan het bezatten. De laatste dag was een vrijdag, een groepke locals speelde allemaal covers. Heel goed en iedereen dansen (behalve ik, want ik had een heel goei plekske aan den toog bij den tv waar voetbal op was, plus het was daar veel te warm) en dus zweten. Tot twaalf uur, want dan kwam de politie zeggen dat het stiller moest. Wij nog wat verder gedronken, iemand van de pier gesmeten en nog wat meer contacten gelegd. Bleek nu dat er een eindje verderop nog een “disco” open was. Allen daarheen! Lang verhaal heel kort: ’t was laat en veel zatte mensen. De volgende ochtend moest ik de bus naar Sepilok nemen om 7.30u, samen met Lorena (Lori voor de vrienden) een Columbiaanse die in Londen woont en die ik al wel eens een paar keer gezien had, maar tot op die avond geen kennis mee had gemaakt. We spreken af om -indien nodig- elkaar wakker te maken, we sliepen toch op dezelfde gang. Na een erg korte nacht… Oei, allebei overslapen. In zeven haasten alles in die rugzak geramd en in de gietende regen een spurtje getrokken naar de bushalte. We waren nog op tijd, maar een kater was ons gevolgd. Normaal 5 uur afzien, maar bedankt wetenschap voor Ibuprofene, heerlijk. Aangekomen nemen we een kamer in het Sepilok B&B, omringd door jungle en veel muggen, we delen de kamer, want met z’n twee is dat voordeliger én dan hadden we iets meer luxe. Lori woont in Londen en is Arsenal fan, allright! We hebben die avond vanuit ons bed 3 live matchen uit de premier league gekeken, hoewel ik bij de laatste m’n ogen meer dicht dan open had.

In Sepilok is niks maar dan ook niks te zien of te doen. Je hebt er enkel die apen en een Rainforest Discovery Centre. In de voormiddag hebben we dat center bezocht en in de namiddag de apen. Je ziet een hoop gekke vogels en insecten, planten en Chinezen, maar het Discovery Centre was eigenlijk meer tijdverdrijf dan iets anders. Desalniettemin, leuk bezoek. We gaan iets eten en zorgen dat we op tijd in het apencentrum zijn want om 15.00u worden ze gevoederd. Oerang Oetangs zijn cool, er zitten ook een hoop andere apen (die totaal NIET bang zijn van mensen) wat het allemaal best amusant maakte. Een weekend zonder bier vond ook Lori maar vreemd dus voor we terug huiswaarts gaan plunderen we de lokale supermarkt en schaffen we ons een voorraad bier aan. We vullen de avond met nog één matchke, bier drinken en wat random tv gezap.

Lori wil de Kinabalu beklimmen en ik moet daar zijn om mijn vliegtuig naar Jakarta te nemen, we reizen dus nog even samen verder en komen daar (na een busrit van 5u) in de late namiddag aan. De dag ervoor hadden we redelijk wat bier gekocht maar tegen het einde van de eerste helft begon dat al warm te worden en een ijskast hadden we niet. We gooien de overschot in de vriezer van ons nieuwe guesthouse en drinken die na het douchen op terwijl we Family Guy kijken. Om de honger te stillen gaan we eten in een Thaise keet en zetten ons daarna in een bar. Prijs/kwaliteitsgewijs zoeken we uit wat het voordeligst is. We starten met Lori: een pitcher Gin Tonic en ik met een emmer ijs met daarin 5 pinten en blijkbaar trekt dat aandacht. Tegen twaalf uur sluiten ze ook hier de boel, maar wij hadden nog geen zin om naar huis te gaan. Dan maar naar de plekjes die ik al kende van mijn vorig nightlife avontuur hier, maar ook daar is het op een maandag vrij snel gedaan. Nog niet verzadigd nemen enkel locals ons mee met de auto naar een goor steegje waar er nog een club is die open is “till late”. We bestellen een pitcher wodka Sprite, maar de wodka waren ze blijkbaar vergeten. Een hele fles wodka kostte blijkbaar slechts het dubbele. Als ik aan Lori vraag: “can we drink a whole bottle?” knikt ze bevestigend en dus was de keuze snel gemaakt. Als extratje bij die fles kregen we twee flessen Sprite, een kilo gesneden citroenen en unlimited ijs. Nice! ¼ wodkafles later gaat ineens de muziek stiller. Ai, razzia. De obers laden heel onze cocktailbar in een zak en nemen ons mee naar nog een andere club. Grave club en redelijk wat volk. Vanaf hier mis ik ook een paar stukken in mijn film, maar wat ik er nog van weet is dat het heel plezant was. De dj brengt ons diep in de nacht/ochtend terug naar huis en de volgende dag zullen we pas wakker worden om 17u. Net op tijd om te douchen, een Whopper en de taxi naar het vliegveld te nemen. Nogmaals, thank God voor Ibuprofen.